Laten we voorop stellen dat iedereen uniek is, ‘de autist’ bestaat niet. En een lijst met alle kenmerken waaraan iemand met autisme aan moet ‘voldoen’ bestaat eveneens niet.

Alhoewel mensen met autisme natuurlijk wel hun diagnose krijgen aan de hand van bepaalde meetinstrumenten. En vanuit deze diagnose kan gezegd worden dat alle mensen met autisme de wereld op een andere manier waarnemen dan dat ‘neurotypische’ personen dit doen.

Om jezelf te kunnen inleven in het probleem wat iemand ervaart is het dan ook van belang om op dezelfde manier als hij/zij naar de hulpvraag/het probleem te kijken. Dit noemen we het autistisch denken.

Het autistisch denken is eigenlijk de grote aan/uit knop van de gehele methodiek. Zonder het autistisch denken kan je alle andere onderdelen nog zo goed toepassen, je zal nooit het optimale resultaat bereiken.


Het autistisch denken zou je dus als het ware kunnen zien als een bril die je opzet, zodat je het probleem ziet zoals de persoon met autisme. Om deze autistisch denken bril op te zetten moet je de volgende begrippen kennen en weten wat voor een invloed deze kunnen hebben op de waarneming, en dus ook het gedrag.

Theory of mind:

De mogelijkheid om je een beeld te vormen van de ander, maar ook de manier waarop we elkaars gedachten en gedrag beïnvloeden. Mensen met ASS hebben moeite met deze theory of mind, wat zich kan uiten in moeite
hebben met denken, voelen, weten en wensen.

Theory of mind ontwikkelt zich in 3 stadia, ook wel niveaus genoemd.
Wanneer je weet in welk stadia van de theory of mind iemand zich bevindt, kan je dit meenemen in je ‘autistisch denken’ tijdens de ondersteuning bij die persoon.

Executieve functies:

Een overkoepelende term voor de cognitieve functies die de mens in staat stellen om gedrag te kunnen plannen, organiseren en uitvoeren. Daarnaast zorgen de cognitieve functies er ook voor dat je kunt schakelen tussen deze vaardigheden, en er flexibel mee kan omgaan.
Zowel bij kinderen als volwassen met een autismespectrum stoornis
zijn hierin deficits aangetoond. Door het deficit in executieve functies hebben ze vaak moeite met het aanleren van nieuwe activiteiten, wat een verklaring kan zijn voor het blijven hangen in oude (geautomatiseerde) handelingen of gewoontes.

Ook de executieve functies zijn bij iedereen anders ontwikkeld. Dit maakt dat de ene misschien heel goed kan plannen maar niet tot uitvoeren komt, en de ander heel veel moeite heeft met plannen en gelijk begint met uitvoeren.

Contextblindheid:

Het woord zegt het zelf eigenlijk al, blind zijn voor de context. Veel mensen met autisme krijgen maar een gedeelte, of helemaal niets mee van de context waarin iets plaats vindt. Er mist dus een stukje info om het geheel te zien.

De mate waarin iemand ‘contextblind’ is,en hoe hij/zij dit compenseert is tevens weer verschillend van persoon tot persoon. Hoe dit zich uit daar kan je achter komen door in gesprek te gaan met de persoon zelf, door observatie en door de omgeving te bevragen.

Zet altijd je ‘autistisch denken’ aan



Zoals je hierboven hebt kunnen lezen gaat er wel wat tijd aan vooraf om het ‘autistisch denken’ aan te kunnen zetten. Maar des te belangrijker is het om dit telkens in het achterhoofd te houden bij iedere nieuwe hulpvraag.






Benieuwd waar die A van autistisch denken vandaan komt? Dat lees je in de vorige blog.

Meer weten over deze methodiek of andere vragen? Neem contact op via: info@sos-autisme.nl

A: Autistisch denken

U zou ook interesse kunnen hebben in

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *